Over een stoffige helm, een fietsrit en hoe we écht naar talent kunnen leren kijken
Een dikke week geleden besloot ik opnieuw te gaan fietsen. Het was al even geleden, maar het kriebelde.
Er was wel één ding: ik had helemaal geen koersgerief meer.
Geen flitsend truitje, geen strakke broek, zelfs mijn helm moest ik letterlijk van onder het stof halen door hem eerst met de Swiffer te lijf te gaan.
Toch ben ik vertrokken. In een T-shirt, een gewone sportbroek, en met een zonnebril waarvan ik niet eens zeker wist of die wel sportief genoeg oogde. Allesbehalve een coureur, maar ik wilde gewoon fietsen. Dus hup, richting Vlaamse Ardennen, de Congoberg op. Het ging wat stroever dan gehoopt, maar ik ben boven geraakt. Met een rood hoofd en een goed gevoel.
En ergens onderweg dacht ik: ja, hier zit weer iets in. Een metafoor, misschien. Alleen kon ik toen nog niet precies zeggen wat.
Tot een paar dagen later.
Tijdens een gesprek met iemand uit mijn HiPoAcademy kwam het ter sprake: hoe vaak mensen niet gezien worden voor wat ze écht in hun mars hebben, gewoon omdat ze niet in het ‘juiste pakje’ zitten. Omdat ze niet passen in het plaatje van hoe een talent eruit hoort te zien.
Ik moest meteen terugdenken aan die fietsrit. Stel dat ik me had uitgedost als een profrenner – blinkende bril, aerodynamisch truitje, perfect afgestemde sokken – ik had zó kunnen doorgaan als fervent coureur. Zelfs al trap ik met moeite vijftig kilometer bij elkaar.
En tegelijk: niemand zag in mij een renner, gewoon omdat ik er niet als een uitzag. Ook al zit het potentieel er misschien wél in, als ik ervoor zou trainen.
En daar wringt het schoentje. Ook in HR.
In veel organisaties kijken we nog steeds vooral naar wat iemand toont. Naar diploma’s. Naar presentatieskills. Naar jargon. Naar het pakje, kortom.
Maar de arbeidsmarkt verandert razendsnel. Digitale transformatie, hybride werken en AI maken andere vaardigheden belangrijk. Wie alleen zoekt naar het bekende profiel, mist net die mensen die kunnen schakelen, bijleren, herdenken.
Future proof HR kijkt niet alleen naar wie vandaag klaarstaat, maar ook naar wie morgen het verschil kan maken.
En dat zie je niet altijd aan de verpakking.
We kijken vaak naar de glanzende verpakking: diploma’s, vertrouwde functietitels, vlekkeloze presentaties.Maar wat als het echte talent juist ónder die verpakking schuilgaat – in denkkracht, motivatie en een frisse blik?En wat als die verpakking simpelweg nog niet aansluit bij het beeld dat we gewend zijn?Dan missen we kansen. We blijven zoeken naar mensen die passen in de brochure die we al jaren uitdelen, in plaats van plaats te maken voor een totaal nieuwe categorie.Een ander type coureur dat straks de koers (mee) kan bepalen.
En net daar ligt een uitdaging voor HR. Want de echte koplopers — de mensen met koersbenen — voelen het snel als ze niet gezien worden wanneer het vooral om de verpakking draait. Ze haken af nog voor de rit begonnen is.
Het spel is aan het keren.
De vraag is niet langer: “Past deze kandidaat in onze cultuur?”
De vraag wordt: “Zijn wij bereid onze cultuur open te trekken voor wie het verschil kan maken?”
Het is niet aan de renner om het juiste pakje te zoeken om bij de club te horen. Het is aan de club om te erkennen dat talent niet altijd komt zoals verwacht. En zich af te vragen: wat hebben wij nodig om dat potentieel écht te zien en te houden?
Misschien rijdt er binnenkort iemand je organisatie binnen in een T-shirt, met een oude helm, en nog net geen platte band.
Kijk verder dan dat.
Want misschien is net díé persoon je volgende ritwinnaar.
En ondertussen: geniet van de ritten in de Tour de France. Ook daar rijdt er altijd wel iemand onverwacht naar de top.